zaterdag 16 mei 2009

Weer thuis in Utvik!

Het zonnige weer houdt aan, dus zijn we met van alles en nog wat tegelijk bezig, maar daarover later meer. Aan het eind van zo'n lange zonnige dag maken we toch maar even tijd vrij om het vakantieverslag af te maken, in de wetenschap dat het nu bij jùllie wat minder weer is, zodat je misschien even wat afleiding hebt.

Het laatste stukje reisverslag, hierna stappen we in de wereld die "Wonen in Noorwegen" heet!

We ontbijten donderdagochtend (30 april, maar daar merk je hier gek genoeg niets van!) met restjes Duitsland (brood) en Frankrijk (sappie) en gaan om 9.30 op pad. In plaats van rechtstreeks naar het noorden te rijden, houden we eerst de kustweg aan richting Ystad. Dat heeft te maken met de boeken van Henning Mankell over inspecteur Wallander, die aan het politiebureau van Ystad is verbonden. We hebben daar beiden al verschillende delen van gelezen en zijn er redelijk verslingerd aan geraakt, dus als we nou zo dicht in de buurt zijn, willen we ook wel even de sfeer van Ystad proeven. Geen idee waar we het moeten zoeken, dus wip ik even binnen bij de plaatselijke Turist Inform. Laat ze daar nou drie uitgebreide folders in zes talen hebben liggen met een soort sight-seeing langs alle ‘Wallander-hoogtepunten’ . Er is zelfs een plattegrond van de plaatsen in Zuid-Zweden waar de filmopnames gemaakt zijn voor de verfilming van een aantal boeken!

Dàt betekent echter niet meer ‘de sfeer proeven’, maar meer ‘uitgebreid uit eten met Wallander’ en daar hebben we ook weer niet zo veel behoefte aan. Het gaat meer om het idee, dus zodra we weten waar Wallander volgens de boeken woont en waar de dichtstbijzijnde moord gepleegd is, laten we Ystad weer achter ons. Het is HEERLIJK WEER, een verademing na de regen van de afgelopen dagen en we willen dan ook niet de hele dag in de auto zitten, maar een beetje bijtijds een volgende camping vinden. Maar dàt valt niet mee. De meeste campings hier blijken van die complete vakantiedorpen met meterslange sleurhutten te zijn (die dan niet officieel sta-caravan heten te zijn, maar die helemaal nooit meer verplaatst gaan worden!), waar naast het honden-uitlaat-veldje nog ruimte is voor een tentje als het onze. Daar hebben we niet veel trek in en dat betekent dat we wat langer doorrijden dan gepland.


Bovendien moet onze Tom-Tommiep (ik dus) proberen niet te verdwalen aan de hand van meer dan tien jaar oude kaarten! In Frankrijk was dat niet zo’n probleem, daar konden we zelfs de weg vinden met kaarten uit 1973 (!!), maar ja, dààr doen ze ook niet zo veel aan omnummeren en leggen ze een nieuwe hoofdweg gewoon parallel aan de oude. Hier worden secundaire wegen omgedoopt tot hoofdwegen en van hoofdwegen wordt met hetzelfde gemak ineens een uitrit van een vakantiepark of zo gemaakt. Op zo’n moment kan ik me ineens een beetje indenken dat het in sommige relaties handig is om een TomTom, Garmin of soortgelijke partner in de arm te nemen! Maar om half drie vinden we bij Röstånga een geweldige camping. Het caravangebeuren speelt zich op het oorspronkelijke terrein af en heel even krijgen we de indruk dat het tentenveldje opgeofferd is ten faveure van een atb-parcours, maar het blijkt dat er een compleet nieuw gedeelte aangelegd is waar we in alle rust en ruimte een perfecte plek voor ons tentje vinden!

In de loop van de dag komen ook daar natuurlijk wel wat campers en caravans-met-voortent bij, maar dat is logisch als je bedenkt dat heel Zweden vanwege 1 mei een lang weekend vrij heet en het bovendien heerlijk weer is Dat het nog vroeg in het jaar is, merken we aan de avondtemperatuur per half uur een paar graden zakt en uiteindelijk ’s avonds laat rond het nulpunt uitkomt! Maar daar hebben we een extra plaid voor bij ons en we slapen prima. Ook de vrijdag dag is het heerlijk weer en vermaken we ons uitstekend met nietsdoen in het zonnetje. Maar dat houden we niet langer dan een dag of wat vol, dan begint het weer te kriebelen, want alleen maar lui in de zon liggen is niet aan ons besteed.

En dus maken we zaterdag
de oversteek van de oostkant van het Vättern naar de noordkant van het Vännern (je weet wel, die twee enorm grote meren in het zuiden van Zweden). Voor wie nooit kan onthouden welke van de twee links ligt en welke rechts (en daar wil je toch allemaal op een verjaardag mee kunnen scoren?!): het Vännern ligt links en het Vättern rechts. Ezelsbruggetje: de n midden in Vännern komt in het alfabet vóór de t in het midden van Vättern. (Vraag: mis ik het onderwijs? Antwoord: nee, maar afkomst verloochent zich niet denk ik).

Wat op de oude kaart een tochtje van niks lijkt (zeker na twee weken Michelin-regiokaarten in Frankrijk), blijkt in werkelijkheid een stuk waar we bijna een dag over doen, want pas rond 17.00 uur bereiken we Mariestad, aan de oostkant van het Vännern. We zoeken het verste plekje dat we kunnen vinden, zodat we met onze rug tegen een natuurreservaat aan staan (maar daar blijken ze in Zweden nogal gemakkelijk mee om te springen: het is hondenuitlaat- en visgebied en over ‘de rust verstoren van zeldzame vogels en ander levend spul’ doen ze hier niet zo moeilijk).

Het is geen plek om een paar dagen te blijven, maar we kunnen ’s avonds in Mariestad terecht voor een soort afsluitend vakantie-etentje en dat blijkt in de lokale pizza-bistro (met de wedstrijd “Bologna tegen een andere voetbalploeg” op een groot scherm waar we twee meter vanaf zitten) nog heel gezellig ook. De pizza’s zijn uitstekend, het ijs als dessert een afknapper, maar de vakantie zit er hoe dan ook op, morgen op weg NAAR HUIS!

Al om kwart voor tien vertrekken we de volgende dag definitief richting Noorwegen. Het is bewolkt, maar wel aangenaam van temperatuur en dus een prima rijdag. Nu we eenmaal besloten hebben om vandaag door te rijden naar Noorwegen, nemen we ook maar meteen de kortste weg. Dat brengt ons van het Vännern naar de grensovergang bij Magnor-Eda Glasbruk. Een oude bekende van ons, waar we al in geen jaren zijn geweest. De grensovergang is dan ook niet meer te herkennen. Een knots van een winkelcentrum met megagrote sportkledingzaak, juweliers, McDonald en weet ik wat al niet meer! Als je op het aantal Noorse auto’s op de parkeerplaats mag afgaan, moet dit wel heel voordelig winkelen zijn, maar… we kwamen om te kijken waar we ons Zweedse geld voor Noors kunnen wisselen en daar slagen we niet in. Vinden we wel een béétje raar, zo dicht bij de grens en geen geld kunnen wisselen omdat het toevallig zondag is. Helaas, dan maar een keer naar onze eigen bank in Noorwegen.

Rond twee uur passeren we de grens. Een beetje tegenstrijdig is het wel dat we, zodra we in Noorwegen zijn, proberen om nìet via de E-6, maar via secundaire wegen naar het noorden te komen. Maar dat rijdt vooral een stuk relaxter en bovendien kun je stoppen waar en wanneer je wilt. Daar maken we gretig gebruik van om een lunch-stop in te lassen op een gezellig plekje langs het Storsjø, ten noordwesten van Kongsvinger.
Niet lang daarna komen we automatisch toch op de E-6, dus daar leggen we ons maar bij neer. Voordeel is wel dat ze de E-6 hier de laatste jaren vernieuwd hebben en vooral een stukje omgelegd, zodat je niet door alle dorpjes hoeft waar je langs komt. Hoe en waar we de nacht door gaan brengen weten we nog niet precies. Het is natuurlijk nog erg vroeg in het seizoen, dus de nachten kunnen nog behoorlijk koud zijn, maar om in een hutje te kruipen terwijl het niet echt nodig is, ligt ons ook niet zo. We rijden door tot Sjoa en besluiten gewoon de situatie ter plekke te beoordelen voor we eventueel terug rijden naar Kwam (voor een kamer bij Sinclair), doorrijden naar Otta of toch ons tentje opzetten bij Sjoa.

Het wordt dat laatste. Hoewel het af en toe spettert, is het droog op het moment dat we het tentje willen opzetten en niet echt steenkoud. Het terrein ziet er nog echt winters uit en is op sommige plekken ook behoorlijk drassig, maar het terrein is zo groot, dat we toch wel een mooi plekje vinden voor de tent. Een wc-plekje vinden is lastiger als alle bomen kaal zijn!
Nadat de tent klaar is voor gebruik, rijden we terug naar Kwam om te eten bij Sinclair. We blijken de drukte van twee arriverende bussen en een groep wandelaars nèt voor te zijn en kunnen in alle rust kiezen wat we willen eten. De bussen blijken lijndiensten te zijn die pendelen tussen Trondheim en Oslo, waarbji de chauffeurs af en toe een etens- of ruststop maken. De passagiers kunnen op zo’n moment ook even eten, maar moeten er wel snel bij zijn, want als de chauffeurs klaar zijn, vertrekt de bus. Eén man krijgt zó laat zijn eten, dat hij het echt naar binnen moet schuiven om de bus niet te missen. Beetje sneu wel…

Na het eten rijden we terug naar de tent. We besluiten even aan te wippen bij Ola en Karin-Marie, hoewel we eigenlijk nog niet veel zin hebben in visite, maar om doodleuk langs te rijden en niet aan te wippen is ook zo wat als je al ruim 4000 kilometer onderweg bent. Ola herkent ons eerst niet, maar raakt daarna zowat in extase en staat te dansen in de kamer. Het is ook wel allemaal heel toevallig: hij is eigenlijk nooit thuis op zondagavond, omdat hij dan al weer onderweg is naar Moss (waar hij werkt) en uitgerekend die ene keer dat hij besluit om maandag vanuit huis te werken, bellen wij aan.
Ze verklaren ons een beetje voor gek dat we bij 2°C in een tentje gaan slapen, maar ze weten ook dat we niet om te praten zijn, dus nemen we na de koffie weer afscheid en rijden lekker naar ons tentje!

En de volgende dag zijn we THUIS IN NOORWEGEN!! We worden warm welkom geheten door Yurdan en Marco (die ons toevallig thuis zien komen) en daarna ook door de buurtjes. Het huis staat er perfect bij, zowel van binnen als van buiten, dus wat willen we nog meer. Vanaf nu gaat het grote ONTHAASTEN weer beginnen!


Geen opmerkingen: